De wet is krom, ons doel helder!

In het voorjaar van 2022 is RefugeeConnect gestart. Een project met een maatschappelijke betrokkenheid naar de grote groep potentiële werknemers die verblijven in AZC’s in Nederland. Cijfers van het CBS wijzen uit dat er ruim 30.000 vluchtelingen in de werkbare leeftijd zijn, in afwachting van een verblijfsstatus. De combinatie van deze grote groep mensen en de recordhoogte van arbeidskrapte leek de juiste match.

Inmiddels draait RefugeeConnect een aantal maanden en is er veel gebeurd, geschreven en gezegd. Al vrij snel kreeg het project aandacht van de pers en gaf initiatiefnemer Maarten van Panhuis een aantal interviews aan lokale bladen. Hoe verder wij in de materie doken, hoe meer beperkingen er aan de oppervlakte dreven. In het eerste gedeelte van deze blog nemen we jullie graag mee in de laatste ontwikkelingen. In het tweede gedeelte, die volgende week verschijnt, lichten wij toe met welke beperkingen wij als eerste aan het werk zijn gegaan en hoe dat verloopt.

In de korte tijd dat RefugeeConnect operationeel is, zijn er een hoop beperkingen op ons pad gekomen. Niet één van hen kunnen wij zelf wegnemen en het lijkt alsof we nog maar aan een voorstadium staan van de impact die we kunnen creëren. Een opsomming:

Geen studie of werk/leer traject
Voor vluchtelingen die nog geen statushouder zijn is het niet mogelijk om, eenmaal in Nederland, een studie of werk/leertraject te starten. Dit is een enorme beperking voor velen van hen. Niet alleen in ontwikkeling maar ook in psychologische ontwikkeling en deelname aan de samenleving.

Geen verstrekking Nederlands Rijbewijs
Bewoners van het AZC mogen geen Nederlands rijbewijs halen als ze nog geen verblijfsstatus hebben. De wachttijden zijn zo lang, dat je de mensen enorm beperkt in ontwikkeling, inburgering en vrijheid. Het rijbewijs uit land van herkomst mag een beperkte tijd gebruikt worden.

Scheve verhouding afdracht aan COA
Wat ook ter sprake kwam de afgelopen periode was de afdracht die vluchtelingen verplicht moeten doen aan het COA op het moment dat zij een inkomen genereren. Een terechte afdracht, alleen de verhouding is scheef. Iedere inwoner van het AZC krijgt namelijk leefgeld: een vast bedrag voor volwassenen en een bedrag voor kinderen naar rato van leeftijd. Je ziet nu dat wanneer één persoon uit een familie (ongeacht in welke samenstelling) aan het werk gaat, hij/zij voor alle familieleden een bijdrage aan het COA moet betalen. Conclusie is dat werken hierdoor niet aantrekkelijk wordt gemaakt omdat men minder geld overhoudt. De drijfveer om te gaan werken wordt minimaal en een direct gevolg is dat er massaal wordt zwart gewerkt. Een ontwikkeling die wij niet goedkeuren, want dit betekent dat men niet verzekerd is op het moment dat er iets gebeurd.

Kinderopvang
Wanneer vluchtelingen in het AZC verblijven en werk vinden zien wij vaak dat er binnen het AZC opvang geregeld wordt voor de kinderen. Zodra men een verblijfsstatus en woning toegewezen krijgt, krijgen zij te maken met de wachtlijsten voor kinderopvang. Vaak betekent dit dat zij minder moeten gaan werken omdat de kinderen niet alleen thuis kunnen zijn.

Lening gemeente en inburgering
Na 3- of soms wel 4 jaar krijgen vele inwoners van het AZC uitsluitsel over hun verblijfsstatus. Als zij in de situatie terecht komen waarbij een vergunning wordt toegekend, kunnen zij op zoek naar een baan én woning. In vele gemeenten kregen deze nieuwe statushouders een lening voor de inrichting van hun huis. Deze lening kan oplopen tot € 7.500,-. Er zijn op dit moment gemeenten die hebben besloten dat wanneer er sprake is van een arbeidscontract, er geen of beperkte aanspraak gemaakt kan worden op deze lening. Het gevolg is dat veel nieuwe statushouders daarom wachten met het zoeken van een baan tot ze deze lening hebben verkregen.

Nieuwe statushouders zijn daarnaast verplicht om een inburgeringscursus te volgen. Deze duurt vaak 4 tot 5 dagdelen per week, minimaal een jaar lang. In veel gemeenten is er geen flexibiliteit om deze in de avonduren of weekenden te volgen. Met als gevolg dat men het contract moet laten aanpassen naar minder uren en zij zo minder verdienen of het contact zelfs noodgedwongen moeten laten beëindigen.